Aanwezigheid van vleermuizen vaststellen
Een aanvullend vleermuisonderzoek is essentieel om te bepalen of er beschermde vleermuissoorten in of rondom gebouwen, bomen of andere structuren aanwezig zijn voordat er bouw- of renovatiewerkzaamheden plaatsvinden.
Wanneer is vleermuisonderzoek nodig?
Vleermuisonderzoek is nodig wanneer er twijfel is over de aanwezigheid van vleermuizen in een pand of wanneer bouwplannen impact kunnen hebben op hun leefomgeving.
Wat houdt het vleermuisonderzoek in?
Vleermuizen maken gebruik van een netwerk van verblijfplaatsen met specifieke functies:
- Zomerverblijven: Gebruikt voor voortplanting (kraamkolonies).
- Winterverblijven: Gebruikt voor hibernatie in een koele, stabiele omgeving.
- Tussentijdse verblijven: Schuilplaatsen tijdens migratie of dagelijkse rust.
Deze verblijven bevinden zich vaak in boomholtes, grotten, gebouwen of andere schuilmogelijkheden.
Onderzoeksopzet
- Aantal rondes: 5 rondes tussen mei en september.
- 3 voorjaarsrondes (15 mei - 15 juli).
- 2 najaarsrondes (15 augustus - 15 september).
- Duur van een ronde: 2 uur per ronde.
- Tijdstip: Nachtelijke uren rondom de meest actieve periodes: net na zonsondergang of voor zonsopkomst.
Waar let de onderzoeker op?
- Vleermuisactiviteit: Registratie van soorten en aantallen via visuele observaties en echolocatie-detectoren.
- Vliegroutes: Identificatie van routes die vleermuizen gebruiken tussen verblijfplaatsen en foerageergebieden.
- Verblijfplaatsen: Lokaliseren van zomer-, winter- en tijdelijke schuilplaatsen.
- Soortherkenning: Analyse van echolocatiegeluiden om vleermuissoorten te identificeren.
Dit onderzoek biedt inzicht in populatiegrootte, habitatgebruik en de ecologische functie van vleermuizen in het landschap.